Om de maatschappelijke en economische uitdagingen en transities in Brabant te realiseren is duurzame samenwerking een must. Campussen en hybride leeromgevingen spelen bij de transities een belangrijke rol. Ze dragen bij aan missie-gedreven innovatie en in het ontwikkelen van oplossingen voor maatschappelijke en economische vraagstukken. Ze zijn een belangrijke facilitator en versneller voor de groei van Brabantse topsectoren en clusters.
Gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen van de Provincie Noord-Brabant formuleert het als volgt:
De Brabantse campussen zijn een kraamkamer van talent, technologische ontwikkelingen en ondernemerschap. Als innovatieve bedrijven elkaar onder het mom van open innovatie ontmoeten en samen met kennisinstellingen en overheden naar oplossingen voor onze maatschappelijke uitdagingen gaan zoeken, komt er wat moois uit. De fysieke manifestatie van dat onderscheidende Brabantse principe: samen ‘pielen en klooien’. De campussen en innovatiedistricten zijn daar een brandpunt voor, ontmoetingsplaatsen waar ideeën een vlucht kunnen nemen.
Martijn van Gruijthuijsen van de Provincie Noord-Brabant
Uitdagingen om te verstevigen, verduurzamen en te vergroten
Het resultaat tot nu toe mag er zijn. Er zijn inmiddels veel Brabantse broedplaatsen met een focus op maatschappelijke uitdagingen en transities. Allemaal mooie stappen in de ontwikkeling van een Brabantse formule voor de doorontwikkeling en verduurzaming van campussen, stedelijke innovatiedistricten, fieldlabs en hybride leeromgevingen (HLO’s).
Maar er zijn ook nog uitdagingen, zoals het verstevigen van de samenhang, verduurzamen van de innovatie en het vergroten van de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf (mkb).
Het is tijd voor een volgende stap. Het opzetten van een lerend netwerk van deze hybride leeromgevingen en campussen. Dat gaat natuurlijk op z’n Brabants, een Brabantse methode door en voor alle betrokkenen. De opbrengst is een systematische wijze van samenwerking en verduurzaming van deze coole plekken. Als de verschillende broedplaatsen (inclusief de multi helix netwerken) onderling goed met elkaar verbonden zijn, kunnen ze van elkaar leren en elkaar versterken. Om een start te maken met een Brabantse Methode voor Lerend Netwerken zijn de kartrekkers van vier broedplaatsen geïnterviewd. Is er behoefte aan een
lerend netwerk? Ja, en er is ook zicht op de thema’s om samen maatschappelijke en economische vraagstukken te adresseren.
Interview
Hieronder staat het interview over de broedplaats SPARK Makers Zone van Stichting SPARK Campus met managing director Cassandra Vugts en Theo Thewessen, Projectleider Werken/Leren bij het Innovatie Kwartier Den Bosch. Het interview is ook te downloaden in de oorspronkelijke vorm via deze link.
Hybride leren ‘avant la lettre’, ontmoetingen faciliteren en niet praten maar doen. We zitten aan tafel met Cassandra Vugts, Managing Director SPARK Campus en Theo Thewessen, Projectleider Werken/Leren @ Innovatie Kwartier Den Bosch. Zij hebben een droom: de laagdrempeligheid van een sportschool combineren met een plek waar digitalisering kan bijdragen aan belangrijke opgaven zoals bij de bouw, de energietransitie of de uitdagingen in de agrofood keten. En deze plek op een sociale manier verbinden met de omgeving door nadrukkelijk jongeren, scholen en bedrijven erbij te betrekken.
Theo Thewessen: ”Met de ontwikkeling van het Innovatie Kwartier Den Bosch willen we een plek creëren waar studenten, docenten, en werkveld (overheid en bedrijfsleven) samen kunnen leren, werken en onderzoeken en complexe innovatieve vraagstukken interdisciplinair oplossen. We vertrekken vanuit data, digitalisering en automatisering. Dat zien we als de aanjagers van maatschappelijke opgaven/transities en als speerpunten van onze broedplaats. Met een droom om dit op basis van een business case te laten landen in het Innovatie Kwartier Den Bosch, waar leren, werken, wonen en verblijven samenkomt in een dynamische omgeving.”
“We gaan in de eerste fase uit van de initiatieven die er al zijn en proberen die te verbinden. Naast de SPARK campus zijn dat het IoT Stadslab van de Gemeente Den Bosch, Het Talent Atelier van het Koning Willem 1 College, de Emerging Technology Playground en de Digitale Werkplaats van Avans. De NV BIM zorgt voor de ontwikkeling van de bedrijven communities.”
“We werken vanuit het idee dat je alleen snel gaat, maar samen verder komt. En dat je moet werken aan ‘shared services’ om te komen tot een breed en volhoudbaar aanbod van voorzieningen, leerlijnen etc. Het ontwikkelen van dit ecosysteem gaat hand in hand met de fysieke ontwikkeling van het gebied. Zo bouwen we letterlijk stap voor stap aan onze droom.”
We zijn te gast bij SPARK Makers Zone in Den Bosch, een blauwdruk van hoe zo’n ecosysteem kan werken. Het is een moderne werkplaats voor innovatief makerschap in relatie tot bouw en techniek. Een coole plek waar je met een pasje altijd binnen kunt lopen om te werken en leren. Een pasje om een community te bouwen. Het netwerk, de SPARK Community, is de kracht waaruit creatieve energie en cross-overs ontstaan. Alles kun je er maken. Van wikihouse (open source zelfbouwhuis), gevelelementen, spare parts voor industriële doeleinden, kunstobjecten tot biobased producten. Of zoals Cassandra Vugt het uitlegt: “Onze passie is op een laagdrempelige manier talenten te laten groeien, ideeën tot leven te brengen en met de realisatie ervan impact te creëren.”
Vaardigheden van de toekomst en hybride leer initiatieven
De kwartiermakers van de hybride leeromgeving van het toekomstige Innovatie Kwartier in Den Bosch zien het huidige tekort aan technisch talent niet als de enige uitdaging. Zij zien de digitale transitie als basis voor urgente maatschappelijke transities zoals verduurzaming als de belangrijkste challenge. De gebouwde omgeving is één van de domeinen waar we zien dat de digitale transitie een belangrijke enabler voor versnelling is. Hierbij richten we ons met de onderwijspartners en bedrijfsleven op de skills die nodig zijn om de slag naar de toekomst te maken.
Cassandra Vugts:
De vraag die wij ons stellen is hoe we jongeren en scholen op een goede manier daarin mee kunnen nemen. Hoe zorgen we ervoor dat ze techwise worden, wat ontbreekt er en wat kunnen we eraan toevoegen? Omdat er een enorm tekort aan technische arbeidskrachten is, willen we ook jongeren die over een technisch talent beschikken maar net buiten de boot vallen, een plek bieden. We zijn een werkplaats, waar je fysiek aan de slag kunt. Kruisbestuiving komt hier dus echt tot stand; van studenten tot creatieve makers en van techneuten tot het bedrijfsleven! Het is werkelijk een feestje om het te beleven, om te zien hoe SPARK is ingericht op de vaardigheden van de toekomst. En de opgedane skills worden elektronisch gecertificeerd op de community-pas.”
Cassandra Vugts – Directeur SPARK Campus
Campus voor hybride leren is de volgende stap
Een hybride leeromgeving kan pas ontstaan als verschillende partijen in de stad samenwerken. Daarom slaan de Gemeente Den Bosch, Koning Willem I College, Avans Hogeschool, SPARK Makers Zone en NV BIM de handen ineen. Samen werken ze aan een campus voor hybride leren in het Innovatie Kwartier Den Bosch.
“Het opzetten van een campus voor hybride leren is geen sinecure”, zo vervolgt Theo Thewessen. “We hebben nu een blauwdruk, maar het opstellen van een sluitende business case is best lastig. We zijn een hotspot. Met voorbeelden als SPARK en het IoT Stadslab zien we dat we hard werken om de kloof tussen huidige en gewenste vaardigheden te dichten. We proberen ook de skills gap tussen onderwijs en bedrijfsleven proberen te dichten en nieuwe innovatieve toepassingen te laten landen, waarbij ook een aantrekkelijk klimaat voor startups en scale-ups wordt gecreëerd. We hebben dertig hybride leerinitiatieven en voor de toekomstige campus is er een model met zeven door ons gedefinieerde shared services ontwikkeld die we stap voor stap implementeren.”
Kansen voor een overkoepelend lerend netwerk
Is er behoefte aan een lerend netwerk?
Cassandra Vugts: “Ja zeker. We zien bij alles stakeholders dat het vreselijk moeilijk is te veranderen. Heb het lef te investeren in mensen, kennis en ontwikkeling. We zien dat er een tekort is aan technisch talent. Het werkveld is veel aantrekkelijker geworden onder meer door de digitale transitie waar we in zitten. Digitaal werken kan het werk echt interessanter en leuker maken, zelfs andere kansen bieden. Laat zien wat het je waard is.”
De managing director wil ook graag in een overkoepelend lerend netwerk participeren. Al is het alleen maar om te leren hoe je dat partijen kunt aansporen een stukje weg te geven om iets terug te krijgen. “We hebben de denkfout gemaakt dat de participerende bedrijven wel zouden gaan investeren. Dat is een misvatting gebleken.”
Welke thema’s leven er in Den Bosch als we het over overkoepelende lerende netwerken hebben?
De kwartiermakers hebben niet meteen thema’s paraat, maar noemen al snel de volgende zaken:
- Aanpakken opzet en exploitatie publiek private samenwerking (PPS): vertaling praktische uitvoering naar businesscase.
- Rolverdeling stakeholders in triple helix-samenwerking.
- Borging duurzame samenwerking onderwijs.
- Belemmeringen hybride leeromgevingen.
- Verduurzaming van het initiatief.
- Formats businesscase.
Hoe zou je een overkoepelend netwerk moeten organiseren?
In Den Bosch ziet men zeker heil in een lerend netwerk waarin verschillende organisaties samen actuele vraagstukken adresseren, met als doel antwoorden te vinden. Waar je via fysieke en digitale ontmoetingen van elkaar leert en ervaringsverhalen uitwisselt. Met een gedeelde thematiek met inhoudelijke meerwaarde. Maar wacht er niet te lang mee. Start gewoon als lerende projectorganisatie.
Welke ondersteuning is daarbij wenselijk?
Als we de kwartiermakers van de nieuwe campus in het Innovatie Kwartier in Den Bosch de drie vormen van sturing (governance) van organisatienetwerken die Kenis en Provan (2008) onderscheiden voorleggen: het zelfregulerend netwerk, het leiderschap netwerk of een netwerk administratieve organisatie (NAO) kiezen ze voor de laatste optie.
Hoe ziet de bouwplaats van de toekomst er uit?
Het werk op de bouwplaats verschuift steeds meer naar assembleren en monteren. In feite is dat minder specialistisch dan we gewend waren; iedereen zou het kunnen. Aan de andere kant zal veel van het engineering werk aan de voorkant plaatsvinden en daar zijn andere skills voor nodig, met name digitale vaardigheden. Modellen moeten kloppen in een proces van file to factory. Er zal een enorme vraag ontstaan naar mensen met die competenties.